Als ik tachtig ben en in de spiegel kijk dan sta ik weer midden in de nacht de ik wil vergeten. Het Kerkplein en een blauwe vlek van links. Wham. Op de grond. Schoppen op mijn hoofd. Het had die nacht allemaal kunnen eindigen. Haal ik de tachtig nu wel dan zal ik in de spiegel kijkend weer terug in die nacht zijn.
Een litteken voor het leven.
Dingen die je terug gooien.
Ik ruim op tijdens het inpakken. Weg uit dit huis. Ik besluit mijn kleding te sorteren en half vergane t-shirts weg te gooien. Half vergane glorie en we beginnen juist opnieuw. Een paar seconden later sta ik huilend voor de kledingkast. Op het bed een stapel die mag blijven. Voor mijn voeten een vuilniszak met die mogen weg shirts. In mijn handen een t-shirt met een bokswedstrijd affiche uit 1928 er op. Haar t-shirt. Prikkende tranen in mijn ogen.
Loslaten. Dat is niet mijn sterkste kwaliteit. In de kast staan onuitgepakte dozen. 6 jaar geleden daar neer gezet. Geen idee wat er in zit. Schijnbaar niets nodigs. Een nieuw begin. Ik hak knopen door. Ik zet me schrap. Met het verstand op nul gooi ik ze in de container. Geen idee wat ik weggooi.
Loslaten. Ik kan het niet. Ze zit vast in mijn hoofd. Logeert in mijn hart.
Als klein jongetje kon ik mijn 25 gulden vakantie geld al niet eens kapot slaan. Uit logeren bij mijn vader ga ik die zaterdag zes keer op en neer naar de speelgoedwinkel. IJsberen voor het schap met speelgoed soldaatjes. De zevende keer moet mijn vader mee. Ik som de voordelen van elk afzonderlijk pakket plastic soldaatjes op en kijk hem vragend aan. Wachtend op een beslissing van zijn kant. Hij wijst de doos met Engelse infanterie aan en ik stel mijn beslissing nog paar dagen uit. De koeken waar ik op zou tracteren komen er ook niet. Dan moet dat mooie rode briefje kapot. Loslaten en knopen doorhakken is ook op 9 jarige leeftijd al niet mijn sterkste kwaliteit.
Het bed ruikt naar een weekend van biertjes drinken en heel veel seks. Het hele huis. Ik zelf. Vanavond nog geen schone lakens. Vanavond nog een nacht naar bed met haar. Nog niet loslaten.
Het wordt een natte middag. Ze heeft een halve plank met kleding laten liggen. Haar netkousen die ze voor mij droeg. De onderbroek die ze op de wc uit deed en in een vol cafe in mijn handen stopte. Ik lees haar kaarten, vind haar aansteker. Haar parfum. De mannenversie voor mij. Een strip met anticonceptie pillen, kleine flesjes met niet te drinken drank. Ik zet koffie, drink uit haar beker en zet hem terug op een van haar gekregen pin-up onderzetter. Haar foto op mijn desktop.
We sliepen een week in een t-shirt. Als ze naar huis ging dan gaven we het aan elkaar. Een paar dagen lang sliepen we dan nog samen. Zij in mijn geur. Ik in de hare. Tot onze eigen geur de ander verdreven had. Zoals de tijd dat ook zal doen.
ALTIJD LEKKER WAT ROCK AND ROLL OP DE MAANDAGAVOND
Ik loop een lege zaal in. Aan het merchandise tafeltje zit een verlopen zwerver met een verwaaid hoofd een blik bier en een blik cola leeg te lurken. Met hem zal ik later nader kennis maken. Mijn oren vooral. Ik bestel een biertje en leun wat tegen de muur. De zaal loopt langzaam half vol. Er komt een stevige tocht uit de schoorsteenmantel.
Ik weet toch helemaal niet hoe ze er uit zien. Hoe kan ik dan de cd overhandigen was ik hem niet vergeten? Bij het zien van een t-shirt schiet er door mijn hoofd dat ik dat vanmiddag gelezen heb. Ik tik op een schouder en het klopt. Ik maak kennis met wat lastfm bekenden en klets een eind aan het concert.
"You can rely on me". Yeah right. Het mag dan een liefdesliedje zijn volgens David Yow (ja juist die vroeger in Scratch Acid en later in Jesus Lizard zong), maar zijn in de microfoon gebrulde "I love you" zal de vrouw waar tegen het gezegd wordt niet in katzwijm doen vallen. "You can rely on me". Op wie? Op die over het podium zwabberende dronkenman? Het is verdomme maar goed dat het raam van de kleine zaal niet open staat. Keer op keer wankelt hij op weg naar zijn microfoon er tegen aan. Ik zie hem buiten op de straat te pletter vallen. Knal en dan weer links langs de microfoon. Mis. Dan maar zonder.
Is het image? Is David dronken? Een junk? Het begin van het optreden is geweldig. De drie bandleden vertellen dwars door elkaar een verhaal. Er ontstaat een kakafonie van stemmen. De is wisselvallig, maar zeker niet slecht. Dan weer heftig als Jesus Lizard. Dan weer rommelt het door de dronkemans toeren van David en de freakshow die de gitarist opvoert wat heen en weer. Het is geen geheel,maar ik geniet en drink de aangereikte grote pils leeg. De toegift is bijna de Eagles. David staat totaal nutteloos opeens met een basgitaar in zijn handen. Over en uit. Op weg naar een nieuwe krat bier.
De tocht blijkt een grote ventilator in de schouw te zijn waar een Beyonce immitatie mee wordt opgevoerd en die de lucht aangenaam verfrist. Mijn kleren ruiken niet eens naar rook de andere dag. Een beetje een afknapper. Net of ik thuis ben gebleven. Mijn oren tuten van niet.
Vijf jaar geleden zag ik McLusky een oorverdovende set geven in de Ekko. Weinig reactie van het publiek. Misschien waren we murw gebeukt door de klappen van geluid. Ook nu klaagt het vervolg Future Of the Left over de weinige reacties uit de zaal. Nu met grappen. Zelfs Paul McCartney zelf vindt Wings slecht. De bassist lijkt weg gelopen uit een jaren 70 BBC comedy. De baarden verraden het eind van de tour. De muziek niet. Stoicijns en gedreven worden de nummers de zaal in gebraakt. Een Roland orgeltje geselt de oren. Bas bijna onder de oksel. Gitaar op de enkels. Keiharde drums. Geweldig. Deze band voegt live iets toe aan hun nummers. Er wordt geeindigd met een oorverdovende noise eruptie waarbij de drums en gitaren een voor een afgebouwd en ingepakt worden. Alleen de bassist blijft feedbackend over. Het laatste beetje herrie en opeens juicht de zaal wel. Te laat.
Dan moet Qui nog spelen. Misschien dat die niet helemaal konden boeien, omdat ik FotL al in mijn oren had. Manikaal. Anders kan ik het niet omschrijven. Een losgebroken patient die zomaar op tour door Europa is. Bij het centraal station vraagt de tweelingbroer van David om een euro. Een blik bier in zijn hand.
Rock and Roll op maandagavond in de bovenzaal van Paradiso. Goede muziek, mooie zaal, prettig gezelschap, een paar biertjes. Dat moet ik vaker doen
Soms moet ik zomaar aan hem denken. Aan hoe hij was en hoe het met hem zal zijn. Ik hoop dan dat het hem goed gaat. Dat verdient hij. Soms moet ik aan hem denken. Aan hoe we samen voetbalden en hij de spelregels per minuut in zijn voordeel veranderde. Aan de warmte en de knuffel die hij zocht.
Soms moet ik even aan hem denken. Gisteren, want gisteren was haar dag. Als die dag er nog is. Ik dacht aan haar en daarom aan hem. Aan het melkspoor in mijn huis. De tranen in de bioscoop. Zijn fiets, die helemaal niet bij de fietsenmaker te koop was en die niemand anders had. Zijn gierende lach. De knikkers die bijna door het raam heen gingen. Zijn verhalen. Aan zijn apen opmerking op de christelijke school. Aan zijn mooie koppie en de warmte en de knuffel die hij zocht.
Soms moet ik aan hem denken en hoop ik dat het goed met hem gaat. Dat verdient hij.
Why do we sit around and break each other's hearts tonight? Why do we dance around the issues 'till the morning light? When we sit and talk and tear each other's lives apart. You were the one to tell me go...
Met de armen wijd sta ik in de woonkamer. Mijn hoofd in mijn nek. De ogen dicht. Het is 1 uur in de nacht. Ik moet eigenlijk naar bed, maar kan nog niet zonder. Nog 1 keer Saving Us. Dan naar bed. Ik sta met mijn armen wijd in de woonkamer. Mijn hoofd in mijn nek. De ogen dicht. Het is 1 uur in de nacht. Het nummer is afgelopen en ik druk nog een keer op repeat. Straks gaan we wel slapen. Nog 1 keer Saving Us. En dan nog een keer.
But you were the one for me, And now you're going through the door, When you take that step I love you baby more and more, We need to laugh and sing and cry and warm each other's hearts tonight, Having fun of everything and loving all our mother's...
De laatste twee platen van System of a Down konden mij niet boeien op de manier waarop Toxicity, maar vooral het titelloze debuut dat wel konden. Grijs draaide ik beide platen. Op Mezmerize en Hypnotize werd de invloed van gitarist Daron Malakian groter en groter en nam hij zelfs grote gedeeltes van de zangpartijen voor zijn rekening. Nu wil ik hier geen kwaad woord over Daron zeggen, geweldige gitarist, prachtige manikale blik in zijn ogen, verwoestende riffs, maar ik vind juist een van de krachten van System of a Down de zang van Serj Tankian.
Elect the Dead heet zijn eerste solo plaat. Bij elk afzonderlijk nummer maakt hij een clip. En een flauw grappig promotie filmpje. Is er veel verschil met SoaD? Nee niet echt. Het is een herkenbaar geluid. Wat rustiger. Wat minder gitaar geweld. Een iets lager gemiddeld tempo (soms). Is het een top plaat? Nee niet echt. Gewoon een goed album. Lekkere nummers. Goede teksten. En Saving Us.
De clip brengt je ietwat in de war met zijn zwerver. Saving Us is een liefdesliedje. Een (persoonlijke?) tekst over een liefde die verloren gaat. Over het voelen dat de liefde je tussen de vingers door glipt en de pijn die dat doet in je hart en de leugens die je jezelf verteld. Saving Us is vooral een nummer dat mij keer op keer in vervoering brengt en mij doet grijpen naar de volume knop. Harder, harder. Het kan godverdomme niet meer harder. Met mijn armen wijd sta ik in de woonkamer. Mijn hoofd in mijn nek. De ogen dicht. Het is half 2 in de nacht. Ik knik dubbel. Bal mijn vuisten en brul de stembanden uit mijn stort. Ik heb geen controle meer over mezelf. 126 keer achter elkaar kan ik het draaien. Nooit zal dit vervelen. Hij staat voor altijd in mijn lijst.
Forever I lie, Forever I lie, Forever, Forever...
Forever I lie, Forever I lie, Forever, And never and never again...
Saving Us is als bier drinken in de kroeg. Het is al laat. De zon komt straks weer op. Toch nog eentje toe. Eentje nog. En daarna nog een voor onderweg. De barkruk plakt als altijd. Het bed is fijn, maar hier is niet voor niets je tweede huis. Saving Us is als diep in de nacht in je stamkroeg zitten. Je kan niet meer. Eigenlijk wil je naar huis, maar je zit zo lekker. Ondanks dat je vol zit smaakt het bier als altijd en het gesprek dat je morgen weer vergeten bent is nog niet af. Klem tussen de bar en de kruk. De deur en je fiets kilometers ver weg. Morgen? Morgen bestaat niet. Hef je glas, proost en eentje toe. Altijd eentje toe. Saving Us plakt in mijn oren als het bier aan de bar.
Het stond er echt. Wieringerwerf centrum. Drie paarden en een step en op de rotonde bij de dorpsingang deelt Wieringerwerf zich op in centrum, west, terug naar Hoorn en nog iets. We rijden het dorp in met de Ford Bingo van Slager (voorheen de huilende cowboy). Fashionably late. Gelukkig heeft J. nog wel op de kaart gekeken waar het was. Wij namelijk niet. Op goed geluk naar Wieringerwerf. Je moet af en toe lef hebben in het leven.
Nog geen 100 meter het dorp in hoor ik een "Nee, nu weet ik het ook niet meer" vanuit de stoel van J. vandaan komen. Lost in Wieringerwerf. Of all fucking places. We gaan het vragen aan een voorbijganger besluiten we en rijden verder het dorp in. Het is zaterdagavond even voor negen en er is geen kip te bekennen op straat. Niemand. Alleen de wind en het donker. De snackbar is leeg. Geen zelfbediening. Dicht. Uitgestorven stil. Niemand. Op een voorbij rijdende politie auto na, maar we moeten aan onze reputatie denken.
Het klikt. Het is goed dat we weer begonnen zijn en Slager als drummer hebben gevonden. Alleen zijn autoradio kan helaas alleen Skyradio ontvangen. Hij heeft wel de enige Ford Bingo ter wereld. Met een heel knus geluidje.
Een grote I vertelt ons dat we bij de chinees de hoek om moeten. Dit hadden we nooit gevonden en fans later op de avond ook bijna niet. Telefonisch lul ik een onbekende auto gevuld met bekende koppen de hoek om. Met onze spullen onder onze armen lopen we een gang in die het meest weg heeft van een sporthal. Achterin in een klein donker hoekje is de Dukdalf. 30m2. Een groot scherm vertoont een voetbalwedstrijd die zonde van je tijd is begeleid door harde metal uit de speakers. Verboden te roken. We staan veel bij de voordeur deze avond.
Als we beginnen en ik de laatste vijf minuten voor het optreden toch opeens heel erg nodig heb moeten poepen ontdek ik de negatieve kanten van je gitaar verven. Er zitten geen witte stippen meer op mijn hals en ik heb geen flauw idee waar mijn accoorden zitten. "Kan die vervelende lichtshow niet uit. Doe maar gewoon aan die lampen. En graag ook een mijn kant op gericht."
Ik heb weer zicht en we rammen er een snelle fanatieke korte set uit. Zonder soundcheck, want daar doen we niet aan. Inpluggen en rammen met die zooi.
Zo uitgestorven als Wieringerf is zo goed is het publiek. Alleen de door het lege dorp waaiende wind hebben ze meegenomen. Ze geven me een wind van energie. Het klikt. het is goed dat we weer begonnen zijn. In juni mogen we terug komen. Graag zelfs van beide kanten. In Wieringerwerf wonen enthousiaste, aardige mensen die een potje herrie goed weten te waarderen. The Jugs rammen er na ons een keiharde set uit. Het gejuich is niet van de lucht. Tering wat een sfeer hier. Wieringerwerf rockvillage!!!
Opeens komt er een smurf binnen lopen. Zo weggelopen uit The Lord of the Rings. Frodo's oom alleen nu met hele kleine voetjes. Het is spelen met de wetten van moedertje natuur dat deze buik blijft staan op zulke kleine voetjes. Er klopt wel meer niet. Eigenlijk willen we helemaal niet weg. Hier willen we de rest van de nacht blijven. Doe nog maar een Hertog Jan. "Hij niet. Hij is zo dronken dat hij wil zoenen."
Ik ben wijs en ga niet nog mee naar Swaf. Dat is maar goed ook, want het werd een uur of 6. Ik geniet thuis nog wat na. Kom maar op met dat volgende optreden. Engeland?
Limbo van de Throwing Muses. De plaat viel op vruchtbaar terrein. Als er één moment is waarop elke plaat mijn persoonlijke klassieker had kunnen worden, was het dát moment. Het moment dat ik mezelf leerde kennen.
Why don't you wake with your - Weight on me - Arms around - My favorite sound (Mr. Bones)
Ik had mijzelf voordien nauwelijks recht in de ogen gekeken en leefde op de uitlopers van een goede jeugd. Mijn eigen fundamenten waren onzichtbaar. Verstopt in zand, klei en grondwater. Nimmer blootgelegd. Nooit gecheckt op verzakking, houtrot en palenpest.
Don't look in the mirror - Or he'll look back at you (Ruthies knocking)
Tot ik in die trein stapte en me realiseerde dat ik aan mezelf én de leeuwen overgeleverd was. Ik zou een week lang de onderste steen bovenhalen in een extreem-rechtse stad met overdadig veel honkbalknuppels, kale koppen en machinegeweren. Zielsalleen zou ik daar mijn journalistieke plicht volbrengen. Niemand zou mij begrijpen, mijn taal spreken en me beschermen. Zielsalleen was zelden zo'n toepasselijk woord.
I'm headed for the trees over there - If that's not a destination I don't care (Freeloader)
Maar ik doe de plaat te kort als ik alle credits aan het moment zou geven.
De trein zette zich in gang en ik hoorde Buzz, het eerste nummer op de plaat. Buzz is een trein. Geen nummer komt meer in aanmerking voor het predicaat 'trein' dan Buzz. Langaam optrekken, en dan met grote snelheid beheerst doorrollen. Tsjoeketsjoek. Rails, bielzen en een voorbij schietend landschap. Dat is een trein. Dat is Buzz.
Don't worry the bees - The buzz sounds sweet to me (Buzz)
De beweging van de trein, het ritme van de muziek, het moment van mijn leven - ik en ik alleen - het gevoel dat alles samenvalt en je buik een seintje geeft aan je hoofd: hee joh! het klopt! alles klopt! besef!
Cool place - I'm amazed - You rock me into space - You put cake - Down my throat - And in my face (Tar Kissers)
En dan rolt-ie door. Die plaat. En de trein. Hij rolt door tot het een klassieker is. Een plaat die je niet in fragmenten mag luisteren. Een plaat die ik hier dus in zijn geheel zou plaatsen. Als het zou kunnen. Een plaat die ik nu geweld aandoe, omdat ik maar vier nummers en een filmpje mag kiezen. Waardoor je de organische volgorde nooit meekrijgt. Terwijl die volgorde maakte dat ik opgepompt werd, bijgeschoold, gestuwd, gekraakt. Mijn fundamenten werden bielzen, stevig en betrouwbaar. Mijn zelfvertrouwen ging sky high. Ik zou ze een poepie laten ruiken, de fascisten. En dat deed ik. Met dank aan één treinreis, één plaat en mijn walkman.
I'm so hazy - You talking crazy - Just puts me to sleep - Sing to me - Put me to sleep - Sing to me - Sing me to sleep (Tango)
Kristin en Tanya maakten me sterk als een trein. Zo sterk als ik wil zijn.
OH YEAH BABY SEDUCE ME WITH A DEAD FISH OH YEAH BABY
Een dvd diep in de nacht. De beeldkwaliteit is zo slecht dat ik alleen maar zwarte vlekken zie waar er veel meer is geweest tijdens de opnames. De kat kruipt gezellig op schoot. Een Leffe Dubbel om het af te leren. Morgen show ik mijn kwaliteiten en los ik wat shit op. It doesn't matter. It comes with the job. I'm fucking good! Op mijn televisie vervolgt de blur van onderbelichte zwarte vlekken.
Het werkt niet. Ik hoop een reactie los te maken, maar er komt niets. Het is stil. Zelfs gedane beloftes blijven gedane beloftes. It's always the same. Ik kan het weten. Ik weet het. Vertel mij wat.
Just when you start to enjoy life it sucks again? Is it fall or just life is a fuck in general? The fall is fucking beautiful and so is life?
Porno uit de jaren twintig staat in China in vergelijking met de porno van nu. Een overspannen vervelend orgeltje maakt het nog sekslozer dan de beelden al zijn. Ik druk op de muteknop en draai Future Of The Left hard op de laptop voor me op tafel. De zwarte vlekken doen een loop van inspiratieloos gevrij. De 15 minuten durende episode is slechts 2 minuten film. Alsof je in de wacht wordt gezet en 5 minuten lang verveeld wordt met een "klassiek" pianoloopje van 5 seconden. Ik wil tuut, tuut, tuut horen als ik in de wacht sta. Zeker geen When will I get famous. Bros.
De datum is geprikt. Begin volgend jaar. We lopen al een tijdje met het idee en nu blijkt het al afgesproken te zijn. Laat het een eerste keer van vaker zijn. Het stroomt al door het bloed. Ik moet mailen.
Het is een briljante dvd. Er wordt gerookt na de daad. Denk alleen aan de muteknop. De piano is niet te trekken. Na een charmant wegwassen van het vieze vocht in de nabij gelegen rivier loopt er een werkster het beeld in. Een bezem in haar hand. The good old days zonder stofzuiger en met een werkster. Ze danst een erotische dans en ik zet het geluid aan. De jengelpiano gaat niet mee in haar ritme. De man des huizes wel.
Het is een domme, stomme opmerking. Ik lach de kramp in mijn buikspieren. Het gaat nergens over. Gesprekken zonder niveau, maar zo lekker. Grijp het leven vast en geniet. Het is af en toe zo simpel.
Ik ga niet zeggen dat porno niet meer is wat het geweest is. Koud als een thanksgiving turkey ga ik naar bed. Morgen sta ik weer op. Ik haal diep adem en ga er voor. As ever. Classic erotica is een geweldige dvd serie. Toch haalt het het niet bij Russ Meyer en dansen met een dode vis:
Supervixens everywhere. Faster pussycat, Kill...Kill! Het leven als een grote Russ Meyer film. Wat een feest zal het zijn. Seks zonder lachen is als neuken met een Staphorster zwarte kous.
Wieringerwerf telt een scholengemeenschap, vier basisscholen, drie kerkgebouwen, een grote sporthal, een bibliotheek, een camping, een overdekt zwembad (op de terp), een motel, twee restaurants en een paar cafetaria's en cafés.
En op zaterdag 17 november zal dit rustieke polderdorp opgeschrikt worden door een wervelwind van lawaai uit het iets zuidelijker gelegen Hoorn. Om een uur of 21:00 zal het dorp en jc. De Dukdalf in het bijzonder schudden onder de klanken van puchrockers The Prunella Scales en smerige goot rockers The Jugs. Negeer de laatse bus terug naar Hoorn die op de zeer christelijke tijd van 22:34 gaat.
Negeer de 35 in een dozijn hardrock cliches van Electric Eel Shock in Manifesto. Kom je hoofd schudden en je vuist in de luchtsteken midden in de langzaam loskomende polderklei.
"THE NUMBER YOU HAVE DIALED CAN NOT BE REACHED AT THIS MOMENT PLEASE TRY AGAIN LATER"
Als ik afscheid heb genomen en terug loop naar het saaiste, stomste, domste feest waar ik ooit ben geweest, zie ik op de monitoren in de portiersloge de plek waar we net waren. We hebben niet alleen van elkaar genoten. Ik word veel betekenend aangekeken. Met het schaamrood op mijn kaken loop ik terug naar het saaiste, stomste, domste feest waar ik ooit geweest ben.
"The number you have dialed can not be reached at this moment. Please try again later."
Ik weet nog niet dat het afscheid definitief is. "Ga je mee als ik naar het andere eind van de wereld ga?" Ja, natuurlijk. Jou volg ik overal. Waar jij bent daar wil ik zijn.
"The number you have dialed can not be reached at this moment. Please try again later."
Ik hoef niet in een vliegtuig te stappen. Geen afscheid. Geen opslag. Er is geen andere kant van de wereld. Er is geen wij. Er is niets. Geen antwoorden. Een snijdende stilte. Onbeantwoorde vragen.
"The number you have dialed can not be reached at this moment. Please try again later."
Er is geen andere kant van de wereld. Of is die er wel? Ben je daar heen vertrokken? Naar waar ik je nooit meer op kan zoeken tot ik zelf ook in dat vliegtuig stap. Of in mijn boot. De sleepbootkapitein. Ik vaar je overal naar toe. Je geeft een kik en ik gooi de trossen los. Ik blaas de scheepshoorn en vaar de haven uit.
"The number you have dialed can not be reached at this moment. Please try again later."
Een storm trotserend wacht ik en zie je af stappen. Ik zie het in je ogen. De rest van de dag achterom kijkend. Even is het goed. Even geen zorgen. De dag later ben je weer terug. Ik vraag niets en slik. Zoals altijd. De waarheid als grootste ongevraagde vraag. De waarheid of een leugen. Aan het belangrijkste twijfel ik geen seconde. Ik lees het in je ogen.
"The number you have dialed can not be reached at this moment. Please try again later."
Dag. Je kijkt nog een keer achterom. Dag. Ik weet nog niet dat het afscheid definitief is. De sleepboot ligt stil in de haven. Klaar om voor altijd uit te varen.
STORM EN HERFSTWEER ZOLANG HET MAAR NIET TE HARD REGENT
Ik sta aan de rand van de branding en kijk uit over de golven. Hoge golven. Het stormt. Het strand is mijn plek als het stormt. Niet als de zon schijnt en het lillend vlees op elkaar geplakt de gillende en schreeuwende kinderen trotseert. Storm en herfstweer, zolang het maar niet te hard regent. Uitwaaien en met een leeg hoofd weer terug naar huis om de dag met een abdijbier voor de open haard af te maken.
Ik sta aan de rand van de branding en kijk uit over de golven. Hoge golven. Het stormt. Ik negeer de trossen met bananen. Met mijn handen diep in mijn zakken, sjaal om mijn nek en het zout in mijn haar kijk ik over de golven naar de horizon. Ver weg, onbekend en zo dichtbij. De flacon met schippersbitter brandt in mijn binnenzak.
Ik zie een schip tegen de golven dansen. De golven zo hoog dat hij soms uit het zicht ontnomen wordt. Aan de reling staat iemand met uitgestoken hand. Ik droom dat ik er naast sta. Op het vrije water. Gaan waar de wind ons brengt.
Ik sta aan de reling en kijk uit over de golven. Hoge golven. Het stormt. De zee is mijn plek als het stormt. Niet als de zeespiegel glad is en kitesurfers en waterscooters de rust verschreeuwen. Storm en hersft weer, zolang het maar niet te hard regent. Uitwaaien en met een leeg hoofd weer terug de kajuit in om de dag met een abdijbier voor de straalkachel af te maken.
Ik sta aan de reling en kijk uit over de golven. Hoge golven. Het stormt. Met mijn handen diep in mijn zakken, een sjaal om mijn nek en het zout in mijn haren kijk ik over de golven naar de kust. Ver weg, onbekend en zo dichtbij. De flacon met schippersbitter brandt in mijn binnenzak.
Ik zie het strand. De golven zijn zo hoog dat het soms aan het zicht ontnomen wordt. Aan de branding staat iemand met uitgestoken hand. Ik droom dat ik er naast sta. Op het vaste land. Gaan waar de wegen ons brengen.
Diepe concentratie. Sus de vuistgevechten in het hoofd. Zet je schrap. Recht je rug. Open de ogen. Haal diep adem. Ontspan. Langzaam sluiten de uitgstoken handen zich ineen. Ze trekken. Ze trekken elkaar uit de branding en van de reling af. In het midden komen de twee gestalten samen. Daar in het midden ligt het paradijs. Of de onderwereld. Het maakt niet uit. Een fijne plek is er ook om verder te gaan naar nieuwe dingen.
Ik slaap een onrustige slaap op de bank. Ik draai en woel.
Ik wordt wakker geschud. Ik open mijn ogen en ze staat voor me. Ze danst haar bezwerende dans en lacht naar me. "No dear, this is the salsa dip not the dance." Je bent er, zeg ik zonder mijn lippen te bewegen. Je hebt je niet omgekleed? "No, I told you let me take care off business here and then I will come your way." Dit is fijn wakker worden.
Het zaal licht dooft. Er komen wat bandleden het podium op. Een gitarist in een lelijk ongemakkelijk lakleren pakje. Een bassist met een see trough basgitaar. Een vrouw. Ik schrik. Ze heeft het haar in een knotje en een strenge jaren vijftig schooljuffen bril op haar neus. Erger nog ze heeft een schoudertas bij zich. Ze gaat achter een keyboard zitten en doet de rest van het concert niets of alsof. Het is gelukkig niet zij waar we voor gekomen zijn.
We rijden heen en weer door de straten op zoek naar een plek om de dikke BMW te parkeren. Geen plek. Nog een rondje. We vinden een vrije straatkant in de PC Hooft voor de deur van een pakken voor een jaarsalaris tent. Vier keer E3.60 om de twaalf uur te redden. We mogen blijven tot 09:10. Passende auto in passende straat met passend parkeertarief. Bij de ingang van de Melkweg nemen we afscheid. Zij naar rechts naar de Kift. Ik naar links.
Daar is ze. Mijn mond valt open. 50 is ze, maar mijn hemel. Een strak zilver/goud pak om een net zo strak lichaam. Ze danst haar bezwerende dansen. Ze schopt high kicks en zwaait met de microfoon. Tijdens de yoga demonstratie legt ze haar been bijna in haar nek. Ze klauwt naar me. Naar ons. "Walk like an egyptian." De ijskoningin is still a cat on stage.
Ze staat naast me. Ze is mooi. Slank, lang, benen, borsten, zwarte krullen en een gezicht. Ze vraagt een vuurtje. De vorige sigaret stak ze zelf aan. We maken een praatje. Ze lacht. De band begint. Halverwege het concert ga ik naar de bar. Ik beslis een grote pils, dat scheelt lopen en zie haar voor me staan. Een cola en een vrouwenborrel. Fuck. Niet alleen. Als ik terug ben op bijna dezelfde plek staat er een hockeylul voor me die maar iets kleiner is. Ik moet over zijn kruin heen kijken om mijn koningin te zien. Ik blijf toch staan. Zij staat daar en de cola en de vrouwenborrel zijn beiden voor haarzelf. We lachen naar elkaar. Ik draai een shaggie en geef haar een vuurtje.
Is ze ooit een goede live zangeres geweest?. Ik herinner mij 1989 in de Vredenburg. De Peepshow tour. Ik stond anderhalf uur met open mond naar dit creature from Venus te kijken. Ik doe het nu weer. Het geluid is in het begin slecht. De buik van de geluidsman hangt een knappe afstelling in de weg. Susan Janet klinkt onvast. Is het het geluid of de 50 jaren? De uithalen aan het begin en eind van zinnen zijn er. Ze doet wat we van haar kennen en willen.
Ik sms een onbegrijpelijke conversatie. Niet uit te leggen in korte snapshot woorden. Dat komt morgen wel. Ik deed het fout. In mijn hoofd vallen de bladeren. Er staan liters alcohol tot mijn beschikking. Ik neem rustig een biertje. Niet nu. Niet verdrinken. Niet nu. Zet je schrap. Je kan het. Mijn dromen zijn groter dan de wereld om mij heen. De muur is hard
Twee van te voren afgesproken toegiften. Ik hou al niet van 1 toegift. Ze staan uitgeschreven op de playlist van de geluidsman. Als ik hem aantik voor de list geeft hij hem net aan een vijftiger. Generatiegenoten. Leeftijdsdiscriminatie. Aan het eind van de eerste set spelen ze Into The Swan. Het is heftig. Intens. Ik ga uit mijn dak. Zij naast me nog meer. Doet het haar pijn dat de oude Banshees hits vier keer zo enthousiast ontvangen worden?
Mantaray begint sterk (Into The Swan), maar kakt na een nummer of 5 in. Het concert kakt ook in. Eerst een paar nieuwe nummers met een slecht geluid. Als het geluid het doet gaan de Banshees hits door de gewillige zaal. Dan een nummer of vier met contrabas. De tweede helft van de soloplaat. Het kakt in. Hoe katachtig ze haar bezwerende dans ook danst. Alle highkicks en haar eigen enthousiasme ten spijt. Dan Into The Swan. Heftig. Kippenvel.
De eerste toegift is een sof. Hello, I love, wont you tell me your name. Een slechte cover van de Doors die al het Into The Swan kippenvel doet verdwijnen. Ik loop naar de bar en bestel nog een grote pils. "He!!! Wat kost het in godsnaam dat ik zo weinig terug krijg", gilt de jordanese oma naast me tegen de barvrouw die een bier terug een leukere en mooiere, maar wel een slechtere barvrouw was. Er is geen vogelnest te bekennen. Ik behoor tot de jongsten. Het is voorbij en het is net half elf.
In het tl licht van de hal blijkt de vrouw van de cola en de vrouwenborrel haar jeugdsentiment tien jaar verder terug te zoeken. Het harde licht verkloot haar schoonheid. Tijdens het jassen wachten praten we over het concert. Ze lacht naar me en geeft haar nummer.
Ik bel E. en de Kift in de oude zaal blijkt net begonnen te zijn. Naar huis gaan of. De afgelopen week heeft mijn honger aangewakkerd. Honger naar er uit zijn. Mijn R'n'R cellen vragen om meer. Ik gooi mijn charmes tegen de kassa studente aan en mag voor 6 euro naar binnen. Ik geniet van de Kift en het gezelschap. Ik zwaai naar Take It Away Bob achter de monitortafel zonder dat hij het ziet en baal nog meer dat ik niet ben meegeweest naar Frankrijk.
Ik slaap een onrustige slaap op de bank. Ik draai en woel.
Ik wordt wakker geschud. Ik open mijn ogen en ze staat voor me. Ze danst haar bezwerende dans en lacht naar me. "No dear, this is the salsa dip not the dance." Je bent er, zeg ik zonder mijn lippen te bewegen. Je hebt je niet omgekleed? "No, I told you let me take care off business here and then I will come your way." Dit is fijn wakker worden.
Via via hoor ik dat ze weer flink de diva heeft uitgehangen backstage.
'Did I listen to pop music because I was miserable? Or was I miserable because I listened to pop music?' – High Fidelity, Nick Hornby
Schrijven over mijn favoriete plaat is een onmogelijke taak, simpelweg omdat die niet heb. De favoriet van vandaag is morgen sleets gedraaid en vervangen voor een nieuwe lievelingsschijf. Daarom een ode aan de cd die in het afgelopen jaar waarschijnlijk het meeste in mijn cd-speler draaide. Black Gold: The Best of Soul Asylum.
Valt er iets zinnigs te zeggen over een compilatie-cd die pretendeert het beste te presenteren wat een band ooit gemaakt heeft? Is een compilatie-cd immers niet gespeend van enige samenhang, en dus geen vaste entiteit zoals een album dat kan zijn: een werkje opgenomen in een bepaald tijdbestek, dat de gemoedstoestand van de makers weerspiegelt? Deze bezwaren gaan niet op voor Black Gold: deze cd maakt zijn pretenties waar en presenteert (bijna) al het goede dat deze band in het tijdsbestek van een paar jaar voortbracht. Daarbij is het juíst de diversiteit die deze bloemlezing zo sterk maakt.
Zanger en tekstschrijver David Pirner toont zich een poëet in de traditie van Bob Dylan, Bruce Springsteen en Lou Reed. Geen glamour, maar het leven in achterstraatjes en in verpauperde huizen wordt verhaald – de schaduwzijde van 'The American Dream'. In deze wereld is menig wensvervulling in rook opgegaan. De wereld van de loser, het buitenbeentje, de mensen die het net niet haalden, de wereld van de gewone man die er het beste van probeert te maken – kortom, de wereld waarin de meesten van ons leven.
Het is de hese, soms schrille stem van Pirner die toch altijd helder klinkt en het leven bezingt zoals we dat we allemaal kennen. Geen lieve luisterliedjes over jongetjes die meisjes ontmoeten, eeuwige liefde, bloemen en bijtjes. Natuurlijk heeft Pirner wel verhalen over de liefde, maar dan draait het vooral om de ellende die emoties met zich meebrengen.
Het zijn vooral ironische verhalen. In Without a Trace wordt hij niet verliefd op het mooiste meisje van de klas, maar op een prostituee. Hij verliest zijn hart aan een hoer en zij lacht hem glashard in 't gezicht uit. In We 3 wordt hij verliefd op de vriendin van zijn beste vriend. Zij kan hem niet luchten en drijft een wig in een vriendschap die al jaren bestaat. Wie dit niet herkent uit zijn eigen leven, kan het zich in ieder geval helder voorstellen. Het leven kent eerder ironie dan euforie, lijken de songs van Soul Asylum te willen zeggen.
Pirner geeft abstracte thema's als liefde, dood en eenzaamheid een gezicht. Eenzame ouderen die bij de telefoon wachten tot er eindelijk weer eens iemand belt in Somebody to Shove. De dwingende beat die de naderende dood doet versnellen, laat de oude man in het nummer wild om zich heen dansen – en ik dans met hem mee. Een dans om te bewijzen dat we vol met levenslust zitten en niet klein te krijgen zijn. Samen zingen we alle frustratie eruit. Uitgeput zakken we uiteindelijk op een stoel.
'Did I listen to pop music because I was miserable? Or was I miserable because I listened to pop music? Dat laatste in ieder geval niet meer na het beluisteren van Black Gold. De herkenbare situaties bieden troost. Ik dompel mij onder in de woorden en de sterke beat die de ruggengraat vormt van alle nummers van Soul Asylum. Ik voel me met iedere maat beter, sterker worden. 'Misery loves company, we could start a company that makes misery: Frustrated Incorporated!'
In de muziek van Soul Asylum wordt zoals gezegd de ironie van het leven bezongen, en daarin klinkt ook een beetje hoop. Wie het leven niet te serieus neemt en om zichzelf kan lachen, die redt het wel. In het Zwarte Goud vind ik troost, plezier en nieuwe zin om er wat van te maken.
Ik kon het niet langer aanzien. Ik moest wat gaan doen. Ik kon niet langer meer toestaan dat ze zo verwaarloosd werden. Afgedankt in een donker hoekje. Nooit geen liefde of affectie meer. Zoveel jaren trouw geweest en nu vergeten. Opzij geschoven voor een nieuwe liefde. Een liefde van deze tijd. Ik moest wat gaan doen.
Ik begon een weeshuis. Een soort van weeshuis van de hits. Een weeshuis voor afgedankt vinyl. Een warm veilig huis waar ze gekoesterd en gedraaid zullen worden. Een thuis waar waardering en liefde is. Ik startte het weeshuis voor het afgedankte vinyl. De eerste groep kinderen die ik een nieuw huis bood kwamen bij Begt vandaan. Een barbaar die reeds in 1985 het vinyl vaarwel zei en op de glimmende schijven over ging. Zijn verzamelde collectie vinyl verdween naar een paar kratten in een donkere hoek op zolder. Sinds 3 weken staan ze hier tevreden te spinnen in de kast. Dit stuk is natuurlijk niet alleen een mededeling van het openen van het weeshuis voor het afgedankte vinyl. Dit stuk is tevens een oproep. Een oproep aan u en uw geweten. Bevrijd dat afgedankte vinyl dat ook u ergens in een donker hoekje hebt verstopt. Geef het een kans op een tweede leven. Een leven vol geluk en waardering. Een leven van af en toe een naald in hun groeven. Een leven van samen zijn met andere lotgenoten.
Doneer uw in een donker hoekje op zolder weggestopte eenzaam en verlaten platen aan het weeshuis van het afgedankte vinyl!!!
This is a Flickr badge showing public photos from frommel1972. Make your own badge here.
DISCLAIMER
For me the power of internet is sharing. All MP3's and movieclips on this site are taken from other sites or are from my own recordcollection. Published for no other reason then promoting and sharing good fucking rock and roll. If you however do not want me to publish your music here please let me know by mail and I will remove it. MP3's will be online for only 2 weeks.