NACHTRUST VAN EEN PUCHRIJDER
Ik stapte op. Hangend aan mijn stuur trapte ik mijn blok aan. In 1x liep ze. Zoals altijd. Mijn Betty was het nog niet verleerd. Godverdomme wat een heerlijk geluid maakt zo'n potje toch. Het ware geluk zit tussen je benen. Zeker als dat geluk een trillend Puchblok is. Ik kloptte mijn lief op haar tank en gaf gas. Tevreden ploffend reed ik de bocht om, de straat uit. De paden op de lanen in. De wind om de kop. De oortelefoon onder de helm. Niet de hard de muziek, want dat hoor ik Betty haar blok niet meer. Door de bussluis de dijk op. Achteroverhangend aan het stuur. Niets kan mij nog gebeuren. De hele wereld kan ik aan. Als ik maar rijden kan.
Mijn wekker maakte mij wakker met haar irritante klote geluid. Weg was mijn geluk. De realiteit van de dag riep weer. Koffie zetten, douchen, bakkie doen en op weg naar het werk. Ik weet wat mij te doen staat. Rijden moet ik. Rijden. Zaterdag mijn lief weer in elkaar zetten. Snel de paden weer op. Snel de lanen in. Snel weer het ware geluk tussen de benen.
Labels: puch, the lifes and times of a puchrocker