VOORBIJ NIEMANDSLAND OP HET RANDJE VAN DE WERELD
We spelen voorbij niemandsland. Daar ligt het randje van de wereld. Dat is het niet werkelijk, maar zo voelt het altijd als ik daar noodgedwongen ben. Voorbij de stille, lege polder beland je waar het leven is opgehouden. Ik zou er niet dood gevonden willen worden.
Ik krijg altijd een een treurig gevoel als ik er ben. Een deprimerende plaats waar dan wel weer twee leuke cafetjes gevestigd zijn. In de hardrockversie van de twee treden we op. Dat doen we zelfs tweemaal. De eerste keer als voorprogamma van een Braziliaanse hardcoreband. De tweede keer met..met...ik heb geen flauw idee meer. Terug denkend raak ik eigenlijk per seconde meer en meer in de war.
Weg hier. Vol gas.
Stond de eerste keer de bar niet aan de andere kant van het cafe? Bij binnenkomst aan de rechterkant, waar hij zich de nu links bevindt? Er zitten opeens hele jonge meisjes aan de bar. Van de leeftijd van onze drummer. Die heeft dan ook geen gebrek aan aandacht. Mij vinden ze een oude lul. Ik moet nog dertig worden of ik ben het net. Geen lange haren en baarden meer. Of ben ik te veel afgeleid door de jonge kontjes om de drummer heen.
De stad, het gat, de plaats verwart me. Als ik er ben en als ik aan een verblijf terug denk. Ontkenning in mijn hoofd. Alsof mijn verstand er niets mee te maken wil hebben en mijn herinneringen door elkaar gooit en moedwillig vervalst. Op de terugweg staan we opeens stil. Het lijkt een worst nightmare. Door autopech gestrand aan het einde van de wereld. We worden nooit meer terug gezien. Opgeslokt en vastgehouden door het zwarte gat dat deze stad, dit gat, deze plaats blijkt te zijn. Als we ons bevend bijna bij deze wanhoopsgedachte hebben neergelegd lukt het eindelijk om de Escort aan te duwen.
Weg hier. Vol gas.
In het cafe aan de overkant verkoop ik singeltjes. Aan mensen die niet eens een pick up meer hadden. Een stuk jonger en een stuk onbezorgder lul ik alles en tegen iedereen. Geen neuroses. Geen angst. Onbezorgd, maar toch al een oude lul voor de meisjes om de drummer heen.
Er zijn plaatsen die je niet moet willen kennen. Die je, wanneer je ze per ongeluk dan wel expres wel hebt leren kennen, zo spoedig mogelijk moet zien te vergeten. Plaatsen die je weg zuigen in een donkere gedachtenwereld alleen maar door aan ze te denken. Plaatsen die een rechtvaardiging van suicide gedachten zijn. Plaatsen die niet zouden moeten bestaan, maar het toch doen. Onvermijdelijk en daarom aan het randje van de wereld geplaatst. Je eigen schuld als je er dan toch belandt.
Weg hier. Vol gas.
Labels: stad, the lifes and times of a puchrocker
2 Comments:
Grappig dat dit stukje uiteindelijk de schuld is van Annemarie Jorritsma
@jack. allemaal door haar en jouw top 200 ;-)
Een reactie posten
<< Home