dinsdag, januari 08, 2008

THE BUTCHER AND THE NURSE

Ik vind mezelf terug op een operatietafel. In een smoezelige, vochtige, slecht verlichte kelder. Hygiene is niet de prioriteit van de chirurg die hier werkt zie ik aan de bloodstains op de muren. Op het bijzettafeltje naast me ligt een roestig mes. Van mijn sleutel been tot aan mijn kruis lig ik open. Zo grof gesneden dat het is alsof ik opengescheurd ben.

Niemand te bekennen. De stilte wordt slechts doorbroken door het zoemen van de haperende tl-buis aan het plafond en het druppelen van water in een donkere hoek. Dit is geen beste situatie, bedenk ik me. Ik lig in een wat je noemt lastig parket. Ik moet opstaan, maar als ik dat nu doe, in deze staat, dan zullen mijn ingewanden troosteloos voor me op de grond vallen. Dan ben ik nog verder van huis.

Naast het roestige mes ligt een even roestige naald en een klosje garen. Hechtgereedschap binnen handbereik, maar geen verpleegster te bekennen. Toch zal ik moeten opstaan. Ik moet verder. Hier zo blijven liggen met mijn ingewanden open en bloot in het zicht is geen optie. Ik moet opstaan. Er moet gegeten en gedronken worden. Buiten deze smoezelige kelder is er nog zoveel.

Ik pak de roestige naald en het hechtgaren. Het is geen garen. Het is ijzerdraad en even roestig als de naald en het mes. Met grote steken begin ik te naaien. Geen verdoving. Die is niet nodig. De wond doet al pijn genoeg. Grove steken. Als het maar dicht is. Als ik maar verder kan. Als ik weer enigzins dicht ben sta ik op en strompel de trap op. Door de openstaande deur de kelder uit.

Het is warm daar buiten die kelder. Hier geen grauw en grijs. Steunend tegen de muren beweeg ik me voort door een warm verlichte gang. Aan het eind van de gang staat een tafeltje. Erachter zit een vrouw. Een leeslampje voor haar. Ze draagt een strakgesneden verpleegsters uniform. Op haar weelderige bos haren een kapje met een rood kruis erop. Als ze me aan ziet komen begint ze te lachen. Ik heb nog nooit zo'n stralende lach gezien.

Ze pakt me bij de hand en leidt me naar een warm bad. Ze sponst teder het vuil van mijn lijf. Langzaam beetje bij beetje begin ik me beter te voelen. Als het zeer uit mijn lijf is weggewassen pakt ze een naald en draad en naait mijn grove steken tot een fraaie ritssluiting. Zonder verdoving. Die is met haar warmte niet nodig.

Ik ben opengescheurd en weer dichtgenaaid.

Ik raak haar hand aan en fluister: "Dank je wel. Ik zal jullie nooit meer vergeten."

Labels:

5 Comments:

Blogger Polle said...

Zowel the butcher als the nurse herinneringswaardig? Een verhaal met veel lagen, vermoed ik zomaar.

9:31 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

Beelden van diverse films kwamen naar boven, ik kreeg er rillingen van. Maar zoals Polle zegt, het eind laat zien dat het een verhaal met veel lagen is. Mooi als liefde helend is.

12:21 p.m.  
Blogger Mir said...

Poeh. Lagen of niet, ik zeg aanklagen die handel.

4:41 p.m.  
Anonymous Anoniem said...

@mir. een van de lagen is dat de chirurg helemaal zo'n kwade niet is. maar fijne mensen kun(nen) je soms (onbedoeld) openscheuren. misschien wel omdat ze juist het beste met je voor hebben.

4:34 p.m.  
Blogger Mir said...

Dank voor de uitleg. Die pijn snap/ken ik.. Mij iets te luguber omschreven, neemt niet weg dat het knap gedaan is.

9:52 p.m.  

Een reactie posten

<< Home