donderdag, maart 15, 2007

ALLINGAWIER EN EEN BEETJE STERVEN

Vol zenuwen reden we over de afsluitdijk. Het was dag 2 van ons rondje IJsselmeer vakantie. We reden op Friesland af en daar in Friesland zou in een dorp van niets de Puchhemel zijn. Dat was ons tenminste verteld door een kennis. Niet al te lang daarvoor was hij op een familieuitje in het museumdorp Allingawier geweest. Daar in die kruimel op de landkaart had hij in een weiland een paar Puchs te koop zien staan. Allingawier here we come!!! Schitterend mooie Puchjes zouden ons tegemoet blinken en ons eigendom worden voor een bespottelijk lage prijs. De toeristische route dwars door de weilanden over 1 tegel brede paden besmeurd met koeienstront bracht ons er rap. Maar waar was nu die Puchhemel. We keken wat in de rondte en er bleken maar 3 huizen buiten de museumomheining te staan. Zagen wij in de garage van 1 van die huizen niet een uitlaat aan de muur hangen? Zou het dan toch kloppen?

Dat vreemde gespuis dat de tuin in stond te turen had de vrouw des huizes nieuwsgierig naar buiten doen komen. Wat we aan het doen waren. Op de vraag of het klopte dat haar man in Puch brommertjes handelde werd bevestigend geantwoord. We mochten alleen niet kijken. We moesten maar wachten tot haar man thuis zou komen. Ongeduldig stonden we te kettingroken en te heen en weren. Kom op nou. Waar blijft die vent. Nog maar een peuk. Waarom hebben we geen biertjes bij ons? Pffff. Nog een sigaret in de brand. Eindelijk kwam de man des huizes aanrijden. Zenuwachtig zwermden we op hem af. Zo jongens dat zijn een paar mooie brommers begroette hij ons terwijl hij naar onze Puchs wees. Jazeker meneer, maar wij begrepen dat u oude Puchjes opknapt en dan weer verkoopt, vandaar dat wij naar uw dorp gereden zijn. Oude Puchjes? Ja, ik knap Puchjes op, maar niet zoals die van jullie hoor jongens. Ik knap Maxi's op.

Een stilte overviel ons. Mijn benen werden zwaar, het gevoel trok weg uit mijn armen en mijn adem begon te stokken. Een luide, schelle toon vulde mijn hoofd. Hape begon vervaarlijk rond te tollen, werd lijkbleek en riep over de weilanden dat hij niets meer kon zien. Zijn linkerarm begon te stuiptrekken en de rechterkant van zijn gezicht hing slap naar beneden. Het was alsof alle lucht om ons heen weggezogen werd. Maxi's? Maxi's? Maxi's godverdomme? De teleurstelling was niet te beschrijven. Onze gedroomde Puchhemel bleek een Maxihel te zijn. Verdoofd stapten wij op onze brommers. Hoe we de slaapplaats van die avond bereikt hebben is nog steeds een wonder en ons totaal onbekend. Er was die avond een hoop drank nodig om de slaap te kunnen vatten. Wij dachten de Puchhemel gevonden te hebben en hadden een uur in de Maxihel doorgebracht. Het is een wonder dat we nog leven.

Labels: ,

2 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Kennis zonder Puchkennis.
Jammer hoor.

9:40 a.m.  
Anonymous Allingawier said...

zo'n gezellig dropje dat Allingawier, zeker de moeite waard om eens te bezoeken.

11:11 p.m.  

Een reactie posten

<< Home