vrijdag, november 28, 2008

IN NEW YORK IS HET BLOEDHEET BUITEN IS HET BOKKOUD

Het is bloedheet in New York. Gomez heeft geen droog shirt meer over. Geen geld meer, op 18 dollar na, en over een week moet hij het huis uit waar hij verblijft. Terwijl Ritchie in de 1952 vertaling een artikel leest over de base-ball wedstrijd van De Reuzen (Alsof ik een nagesynchroniseerd boek lees), probeert hij zich na een bad af te drogen. De handdoek kan het gutsende zweet niet meer verwerken. Hij trekt een al natbezweet shirt aan.

Ze raden Europeanen niet voor niets af om midden in de zomer naar de Big Apple te gaan.

In de bus schikt hij het zo dat hij de knieholtes van een jonge vrouw kan zien. Ze blijven op het balkon staan. Wie? Zij als in Gomez en Ritchie of zij als in de knieholtes van de jonge vrouw? Ik dwaal af en kijk uit over de weilanden. Ik zie koe noch gras. Slechts knieholtes op een busbalkon. Al snel gaan mijn ogen naar boven. Ik ben een billenman.

Sarah staat in de file naar Gien zonder benzine en al snel zonder 200 franc. De dood in het hart. Net buiten Parijs is het bloedheet. In New York nog heter. Buiten is het bokkoud. Ik ben pas op bladzijde 20 en weet nu alweer waarom ik het als 17 jarige verslond. Alsof mijn reden van verhuizen een zoektocht naar een grotere, andere bibliotheek was waar ik nieuwe food for the thought zocht. In mijn oren spelen de Old Crow Medicine Show de soundtrack die niet passend is, maar vandaag zomaar wel.

Aangekruisde passages. Mijn hoofd knikt ja op de muziek in mijn oren. Koken is er vandaag niet bij dus gooi ik een diepvriespizza in mijn boodschappenmandje. Plus een paar biertjes en een vers pakje sigaretten. Vol schaamte naar mezelf, want bij de therapie bemerk ik keer op keer mijn slak met zout conditie. Dinsdag zal ik mezelf helemaal vervloeken.

Dinsdag sla ik op proef een uur tegen een niet wijkende zak.

Labels: