woensdag, april 29, 2009
maandag, april 27, 2009
FROMMEL EN T.KORSEL GAAN NAAR DE KERK
Jay Munly is te laat.
De band is al gestart als hij van achter uit de zaal komt aanrennen. Verontschuldigend wuift hij naar het publiek. Ik vergeef het hem. Nu nog wel. Slim Cessna’s Auto Club begint direct goed. Het is heftig. Nog mooier dan op de plaat. De banjo giert de ene feedback na de andere de zaal in. Aan het eind van het nummer voel ik een rilling langs mijn ruggengraat gaan. De eerste van velen?
Lees verder op Eeuwig Weekend...
donderdag, april 23, 2009
MARTIN BRIL R.I.P.
Kan je treuren om de dood van iemand die je in de verste verte niet kent?
Schijnbaar wel. Het was vanochtend te vroeg dat ik al om tien voor zes wakker was. Tien voor zes. Ik hoef pas om tien over half zeven op te staan om de trein met een heleboel gehaast te halen. Zonder dat gehaast kan ik niet. Zo vroeg in de ochtend. Moet ik mij niet haasten dan kom ik meestal te laat. Dan verzand ik in lanterfanten en niet meer op de tijd letten.
Vanochtend stond ik om vijf voor zes onder de douche. Daarna liep ik twee trappen af om de krant, die ik even daarvoor door de bus had horen vallen, van de mat te rapen en die, onder het genot van een kopje koffie, alvast te gaan lezen. De Volkskrant, waarvan de laatste restyling mij doet twijfelen of ik er nog wel abonnee van wil zijn.
Een van de restyling gevolgen was dat Martin Bril van de tweede katern naar de voorpagina verhuisd was. Rechtsonder in de hoek. Minder ruimte. Minder tekst. Minder Martin Bril. Het begin van mijn dag was met de restlyling voorgoed veranderd.
Ik ga aan de eettafel zitten en leg de krant opengeslagen voor me neer. Mijn adem stokt.
Martin Bril is dood. Verloren aan de kanker. Waar de afgelopen dagen in de rechteronderhoek "vandaag geen Martin Bril" stond, nadat hij de laatste columns opeens over het nodig hebben van een rolstoel schreef, staat nu de voorpagina en pagina twee vol met zijn dood.
De koffie staat koud geworden op die zelfde eettafel als ik om kwart voor zeven 's avonds weer thuis kom. Ik heb er geen slok van kunnen drinken. Call me sentimental, maar ja je kan treuren om de dood van iemand die je nooit hebt gekend. De tranen rolden over mijn wangen.
Martin Bril was het begin van mijn dag. Martin Bril kreeg het voor elkaar dat ik naar een kruispunt in Tiel wilde. Martin Bril deed je verlangen naar een bezoek aan nietszeggende dorpen waar dan ook in Nederland. Martin Bril was een observator van het alledaagse en het doodgewone Nederland. Een observator die het alledaagse speciaal maakte. Puur en alleen door zijn manier van schrijven. Met zijn fancy bloemen blouse, van weet ik veel hoe die ontwerper heet, aan.
Ja, je kan treuren om iemand die je nooit hebt gekend. Omdat je hem dan misschien wel nooit hebt gekend, maar hij met zijn manier van schrijven je wel deelgenoot liet worden van zijn unieke kijk op het alledaagse en het land en de wereld om je heen.
Er is een reden verdwenen om het Volkskrant abonnement niet op te zeggen.
"En fin". En de wereld draait door.
Labels: martin bril
zaterdag, april 18, 2009
dinsdag, april 14, 2009
UIT DE POLDERKLEI GETROKKEN
Was ik een meisje geweest dan hadden ze me Maaike genoemd. Of Maartje. Volgens mijn moeder. Ik kwam niet als meisje ter wereld dus werd het en geen Maartje en geen Maaike. Het werd ook geen Ysbrand. Die naam was gereserveerd voor het geval mijn 2 jaar oudere zus als jongetje ter wereld was gekomen. Ik werd een jongetje met een voorliefde voor koffie drinken en vond het daarom even na 11 in de ochtend tijd om me eens voor te stellen.
Het was 18 maart 1972. De dag dat Hansje Bunschoten de Oost-Duitse Gudrun Wegner het Europese record 800 meter lange baan zwemmen ontnam en een nieuwe toptijd van 9.17,7 op de klok zette. Later in mijn leven zou ik Hansje meermalen tegen het lijf lopen, maar dat wist ik op deze dag natuurlijk nog niet.
Een maand of negen daarvoor moet ik dus verwekt zijn. Laten we het voor het makkelijke op 18 juni 1971 houden. Een dag waarover niets zinnigs te vertellen is behalve dat mijn ouders mij tijdens het droogstomen van een ketel theewater op de bank verwekten. Waar mijn toen ruim 1 jaar oude zus zich op dat moment bevond, daar heb ik geen idee van.
Mijn wieg stond in een pianowoning aan de Fjord in Lelystad. Het nieuwe woon walhalla geisoleerd midden in de polder gelegen, waar mijn vader bij "het lab" werkte, mijn moeder het huishouden deed en waar ze, zoals zovelen in Lelystad, nog voor mijn vierde jaar zouden scheiden.
zondag, april 12, 2009
ONDERTUSSEN OP LASTFM
Twee maanden verder en weer 11.111 tracks erbij. Ik heb besloten er een serie van te maken. Iedere 11.111 nieuw gescrobblede tracks maak ik u deelgenoot van mijn muzikale ontdekkingen tijdens het draaien van die 11.111 tracks.
1.William Elliott Whitmore
Afgelopen woensdag zag ik hem een knus middag optreden geven in Concerto. Het avond concert in Paradiso was mij E16,- te veel voor een voorprogamma. Hoofdact Alela Diane is mij nergens geen E16,- waard. Bill vult ondertussen zo'n 5 cd's vol prachtig singer songwriter materiaal. Op zijn laatste album Animals In The Dark, waarvan de hoes zowaar eens niet gevuld is met skeletten van dieren, begeleidt af en toe een drumstel, een cello of een accordion zijn muziek, maar het overgrote deel van zijn uitdijende repertoire bestaat uit niets meer dan een banjo of akoestische gitaar en zijn stem. Een stem met een rauwe rand. Het schuurt nog niet als Tom Waits, maar er klinkt whiskey en sigaren in door. William Elliott Whitmore. Ik vind het prachtig.
2. Paul Baribeau
Van Paul publiceerde ik al eerder de tekst van Ten Things als mijn nieuwe lijflied. Ik hou van Paul en zijn folkpunk. Lekker rammen op je akoestische gitaartje en daar overheen met een niet altijd even zuivere stem je humorvol je leven bezingen. Voor sommige mensen is niet helemaal zuiver zingen of overslaande stemmen een doodzonde. Voor mij niet. Als het om Paul gaat helemaal niet. Paul zou Paul niet zijn als hij voor de volle honderd procent toonvast zou zijn. Van Paul Baribeau word ik in een split second vrolijk. Hoe zwart de wolken ook zijn. Met de kanttekening dat niet alles van de man geweldig is hoor. Zo eerlijk ben ik ook wel weer, maar Ten Things en My Biography staan stevig verankerd in mijn top ik weet nog niet hoeveel.
3. Defiance Ohio
Akoestische Folkpunk, maar dan niet de folk zoals we dat kennen van de Pogues. Meer punk op akoestische gitaren (heel veel akoestisch deze 11.111 tracks valt mij op). Anyways, ook al van die vrolijk maak muziek, die mij ontzettend aan eind jaren tachtig begin jaren negentig doet denken. Niet wat betreft muziekstijl, maar meer als zijnde kwestie van gevoel. Hoewel....muziekstijl gewijs ook wel eigenlijk...Anyways.
4. The Heartless Bastards
Nee frommel luisterde niet alleen maar naar akoestisch hoor de laatste twee maanden. Ook naar The Heartless Bastards, omdat Lastfm tegen mij zei dat als ik van Zen Guerrilla houd (en dat doe ik boel) dat ik dit trio dan ook wel zou pruimen. De pruimen van The Heartless Bastards lust ik zeker. Garagerock zeggen de tags, maar dat vind ik wel heel ver gezocht. Op de nieuwste plaat The Mountain (die hoog in mijn eindejaarslijst gaat eindigen) horen we dikke country invloeden. Persoonlijk favoriet van die plaat is het lang uithgesponnen Had To Go, maar daar was zo snel even geen clip van te vinden.
5.Imelda May
Frommel heeft een zwak voor rockabilly vrouwen in panterjurkjes. Zelfs als hun armen, zoals die van Imelda, niet vol getatooeerd zijn. Het panterjurkje is er wel. Geweldige rockabilly afgewisseld met wat nachtclub nummers is er ook. All the way from Dublin, Ireland.
Labels: defiance ohio, heartless bastards, imelda may, joetjoep, lastfm, paul baribeau, william elliott whitmore
zaterdag, april 11, 2009
MOOIE PLATENHOES #37
Heerlijke hoes en ook nog eens fijne one-man band garage/trash op de schijf ook.
(al moet je er wel van houden natuurlijk)
Labels: joetjoep, platenhoezen, the amazing one man band
woensdag, april 08, 2009
KOFFIE EN BROODJES
Ze lijkt op haar, maar in wat ze zegt herken ik haar helemaal niet. Alsof er een ander persoon in haar lichaam gevangen zit. Ze is er opeens en loopt naast me. Ze wijkt niet van mijn zijde, maar er komt geen vriendelijk woord uit haar mond. Ik word beschimpt en uitgelachen, terwijl ze mijn hand liefdevol vastpakt. We slaan de hoek om en opeens lopen we in mijn geboorteplaats. Een passend decor.
Als ik later bij haar in bed lig, in haar huis dat een onbekende junkiesfeer ademt en waar we net gevreeen hebben, pakt ze mijn hoofd tussen mijn handen. Ik denk dat ze me wil gaan vertellen hoeveel ze van mij houdt en mijn "ik van jou" antwoord ligt al op mijn lippen. Haar mond opent zich, maar in plaats van dat er lieve woorden uit komen, verandert haar gezicht. Alle zachte trekken zijn verdwenen. Een asgrauw ingevallen doodshoofd kijkt me aan. "Ik haat je! Verdwijn!", sist ze me toe. Haar ogen en lippen spuwen vuur.
Ze heeft een kater verklaard ze. Ze is gisteren uit geweest in een stad waar ze normaal helemaal nooit komt. "Ja, het was heel gezellig. Ze moet je niet meer", zegt de man die ze haat naast ons. Hij kijkt me met een vernederende glimlach aan. "Met mij uitgaan is veel leuker". Het is diep in de nacht ondertussen, maar ik ben nuchter dus ik hou wijselijk mijn mond.
Bij het ontwaken uit een nacht waarin ik toch mocht blijven kust ze mijn voorhoofd en stapt uit bed om koffie te zetten. Ik lig nog verdwaasd in bed als ze terug de slaapkamer in komt met verse koffie en dampende broodjes. "Ik denk dat we elkaar beter niet meer kunnen zien", zegt ze, gaat naast me liggen en verdwijnt onder de dekens. Ik weet nog net op tijd mijn koffie in veiligere haven dan mijn handen te brengen.
"Laat god maar niet zien wat je nu allemaal met me doet mijn schat. Je plek in de hemel zal voor altijd verloren zijn. Laat god het maar niet zien, maar stop niet waarmee je bezig bent. Ga door en zuig het hoogtepunt uit me. Stop nu niet."
We drinken koffie en eten broodjes. Ze legt haar hoofd op mijn schouder. Sigaretje toe. "Ik denk dat je nu beter kan gaan. Voorgoed", zegt ze als ik net wil voorstellen om nooit meer weg te gaan. Om van dit bed ons thuis te maken. Ik kleed me aan en stap op de trein naar huis. Twee dagen later belt ze wanneer ik weer eens langs kom.
Ik hang op.